Netstekker
Een netstekker of elektriciteitsstekker (officiële benaming: contactstop) is een stekker om een elektrisch apparaat via een contactdoos op het lichtnet aan te sluiten.
Een geaarde stekker. Deze stekker heeft links en rechts contacten voor Nederlandse aarding ('randaarde', type F)en rechts een gat voor Belgische aarding (type E), zodat hij in beide contactdozen past.
De verschillende typen zijn ingedeeld in het internationale CEE-systeem.
Soorten
Aarding
Het is zinvol om zoveel mogelijk elektrische toestellen te aarden, hierdoor kunnen de negatieve invloeden van de wisselspanning op onze gezondheid gereduceerd worden enerzijds en anderzijds zal door de juiste aansluiting van de stekker te gebruiken, de fase naar de schakelaar van het elektrisch toestel worden geleid. Zodoende zal de elektrische verbruiker enkel een spanningsveld geven als hij is ingeschakeld, zo hoort het te zijn. De negatieve gezondheidsgevolgen van deze spanningsvelden zijn reeds langer bekend.
Er zijn, functioneel gezien, twee types stekkers:
De in Nederland en Duitsland gebruikelijke geaarde stekker heeft twee metalen contacten aan de zijkant die voor het aardecontact zorgen. Dit heet randaarde. In België, Frankrijk en andere landen zijn ook configuraties met een extra contactpen gebruikelijk.
Het komt wel eens voor dat het aardcontact niet aangesloten wordt. Dat is niet altijd gewenst. Mogelijkheden zijn:
- Stekker C in stopcontact E of F: het apparaat is dubbelgeïsoleerd en heeft geen aarde nodig.
- Stekker E in stopcontact F: past niet.
- Stekker F in stopcontact E: past niet.
- Stekker E of F in stopcontact zonder aarde: zo'n stopcontact bevindt zich in een ruimte waar aarding niet nodig wordt gevonden.
- Stekker zonder aarde in stopcontact met aarde: past niet.
- Stekker E of F in Deens stopcontact K: past wel, en deze stekkers komen veel voor op apparatuur die in Denemarken wordt verkocht. Het is een risico aangezien het aardcontact niet aangesloten is.
Polariteit
In sommige landen zijn de stekkers (van oudsher) zodanig ontworpen dat deze maar op één manier in een contactdoos passen, waardoor ook in de aangesloten apparaten de polariteit gehandhaafd blijft. Ook in de aangesloten apparaten is dus bekend welke draad de fasedraad is en welke draad de nuldraad. Dit is onder andere het geval bij Belgische en Franse Type E-stekkers. Een contactpen in de contactdoos valt in een gat in de stekker en voorkomt dat de stekker 'omgekeerd' in de contactdoos wordt gestoken. Merkwaardigerwijs is er echter voor het Frans/Belgische contactmateriaal geen bindende standaard voor de aansluiting van fase en nul - In België is de aansluiting willekeurig. Daar komt bij dat in België nog veel 130/230 volt-netten in gebruik zijn. Een 230 volt-contactdoos wordt dan tussen twee fasen aangesloten, zodat er helemaal geen nul is.
In Frankrijk wordt meestal fase rechts en neutraal links aangesloten. De aardpen komt boven.
In Nederland heeft de contactdoos geen pen, zodat een stekker evengoed omgekeerd kan worden ingestoken. Er is ook geen bindende standaard voor de aansluitingen. Er is weliswaar een traditie om contactdozen met de fase rechts en de neutraal links te bedraden, maar men kan daar niet op vertrouwen. [1] In via een stekker aangesloten apparatuur kan in Nederland al helemaal niet meer vertrouwd worden op de kleurcodering voor fase en nul van de aansluitdraden.
Standaard
In de meeste landen geldt een bepaalde standaard, zodat apparatuur die in dat land is aangeschaft probleemloos aangesloten kan worden.
Het Verenigd Koninkrijk was voorheen berucht doordat er nauwelijks een standaard bestond. De meeste apparatuur werd daar zonder netstekker verkocht, zodat de koper zelf de juiste stekker kon monteren.[bron?] Er waren verder vaak verloopstekkers nodig.
Nederland
De meest voorkomende vorm van een geaarde netstekker is in Nederland type F, CEE 7/4 Schuko, die twee stalen pinnen heeft voor fase en nul, en aan de zijkant van de stekker twee metalen plaatjes voor de aarding. Zo'n aardcontact wordt in het Duits Schutzkontakt' of Schuko genoemd en in het Nederlands randaarde.
Er bestaat ook een ongeaarde versie van deze stekker. Deze past niet in een geaard stopcontact, maar wel in geaard type K. Andersom kan wel, maar is vanwege de veiligheid - immers de aarding ontbreekt - ten zeerste afgeraden.
Dergelijke stekkers zijn geschikt voor maximaal 16 ampère. Apparaten die meer stroom verbruiken dan 16A moeten permanent op het lichtnet worden aangesloten of verbonden worden met een stekker die geschikt is voor hogere stroomsterkten of meer fasen (perilex of IEC 60309).
België
De bij het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (AREI) verplichte geaarde netstekker in België is type E. De stekker is helemaal rond en heeft een gat voor de aardpen van het stopcontact.
Door deze pen past een stekker maar op een manier in het stopcontact.
Een stopcontact behoort gemonteerd te worden met de aardpen boven. Wordt dan een haakse stekker gebruikt, dan hangt het snoer naar beneden.
Eurostekker
Voor lichte apparatuur die geen aarde nodig heeft is de eurostekker (CEE 7/16) veel voorkomend: dit is een platte stekker met alleen twee stalen pennen voor fase en nul. De pennen zijn dunner dan bij een ronde stekker. Bovendien zijn de pennen gedeeltelijk van isolatie voorzien, zodat ze niet aangeraakt kunnen worden als de stekker gedeeltelijk in het stopcontact zit. Deze stekker past in vrijwel elk Nederlands of Belgisch stopcontact, met of zonder aarde.
Er bestaan platte stopcontacten (meestal tafelcontactdozen) waarin alleen deze stekker past.
Suriname
In Suriname worden zowel de in Amerika gebruikte NEMA-stekkers als de eurostekker gebruikt; dit hangt samen met het feit dat van oudsher alleen 115 volt beschikbaar was, maar tegenwoordig ook 230 volt. Ter onderscheid van de spanning worden verschillende typen stekkers gebruikt.
Soorten stekkers wereldwijd
Wereldwijd worden verschillende standaarden gebruikt voor netstekkers. Dit betekent dat apparaten aangekocht in één land niet zonder adapter in een ander land ingeplugd kunnen worden. Naast de verschillen in stekker zijn er bovendien nog verschillen in netspanning mogelijk.
Netstekkers wereldwijd. Klik voor grotere afbeelding. Zie
lichtnet voor een kaart met netspanningen.
Naam | Aantal pinnen | Aarding | Gepolariseerd | Past ook op stopcontact | Gebruikt in | Afbeelding |
Type A NEMA 1-15 | 2 | Nee | Nee | | Noord-Amerika Centraal-Amerika Caraïben | |
Type A JIS 8303 | 2 | Nee | Nee | | Japan Taiwan | |
Type B NEMA 5-15 | 3 | Ja | Ja | | Noord-Amerika | |
Type C CEE 7/16 (Europlug) | 2 | Nee | Nee | E F Schuko F Gos J K L | Europa behalve Verenigd Koninkrijk, Ierland en Malta | |
Type C CEE 7-17 (gelijk aan Type E & F hybride CEE 7/7 maar zonder aarde) | 2 | Nee | Nee Soms (in contactdoos type E) | E F Schuko K | Europa | |
Type C (rond zonder uitsparingen) | 2 | Nee | Nee | K | Europa | |
Type D BS 546 5 A | 3 | Ja | Ja | | India, Sri Lanka, Nepal, Namibië en Hongkong | |
Type D BS 546 15 A | 3 | Ja | Ja | | India, Sri Lanka, Nepal, Namibië, Hongkong, Zuid-Afrika, Verenigd Koninkrijk (verouderd) | |
Type E | 2 | Ja | Ja | C (rond zonder uitsparingen) K † | België, Frankrijk | |
Type F CEE 7/4 Schuko of randaarde | 2 | Ja | Nee | C (rond zonder uitsparingen) K † | Duitsland, Nederland, Spanje | |
Type F Gost 7396 | 2 | Ja | Nee | C (rond zonder uitsparingen) F Schuko K † | GOS | zelfde als boven, maar met dunnere pinnen |
Type E & F hybride CEE 7/7 (past in contactdozen type E en type F) | 2 | Ja | Nee Ja (in contactdoos type E) | C (rond zonder uitsparingen) E F Schuko K † | Duitsland, Frankrijk, België, Nederland, Spanje, Tsjechië | |
Type G BS 1363 | 3 | Ja | Ja | | Verenigd Koninkrijk en voormalige kolonies, Ierland, Malta | |
Type H SI 32 | 3 | Ja | Ja | | Israël | |
Type I AS 3112 | 2 of 3 | Ja | Ja | | Australië Nieuw-Zeeland | |
Type I CPCS-CCC | 3 | Ja | | | China | |
Type I IRAM 2073 | 3 | Ja | | | Argentinië | |
Type J SEV 1011 | 3 | Ja | Ja | | Zwitserland | |
Type K DS Afsnit 107-2-D1 | 3 | Ja | Ja | | Denemarken | |
Type L | 3 | Ja | Nee | | Italië, verouderd in Spanje | |
- De stekkers E en F passen in stopcontact K, maar hoewel beide delen een aardcontact hebben, is het aardcontact dan niet aangesloten.
Zie ook
Externe link
- ↑ Circuits Online - Forum - Polarisatie Frans/Belgische stopcontacten
Praktijkrichtlijn NJPR 5310 bij NEN 1010
Het toepassen van 30 mA- Aardlekschakelaars in woningen: Omdat in een woning de lichtvoorziening moet zijn gewaarborgd,moet in een woning de installatie over ten minste twee 30mA -aardlekschakelaars zijn verdeeld.Elke 30mA-aardlekschakelaar mag maximaal 4 eindgroepen beveiligen.
Het verdient aanbeveling om p-er bouwlaag de verlichting over meer dan 1 aardlekschakelaar te verdelen.Het bovenstaande is niet van toepassing, indien op een andere manier de ongestoorde lichtvoorziening is gewaarborgd.Uitleg: In woningen moeten alle eindgroepen waarop contactdozen en/of aansluitpunten voor verlichting zijn aangesloten,zijn beveiligd door 30 mA-aardlekschakelaars.Dit is geregeld in de bepalingen 80413.1.1.1 en 8.720.1.1
Volgens bepaling 8.720.1.1 zijn eindgroepen die uitsluitend bestemd zijn voor de voeding van verlichtingstoestellen en verkeersruimten hiervan uitgezonderd.(onder verkeersruimten wordt verstaan,gangen,hallen,overlopen en trappen). Van een dergelijke eindgroep,mogen wandcontactdozen geen deel uitmaken.Deze eindgroepen behoeven dus niet te zijn beveiligd door 30mA-aardlekschakelaars.Eindgroepen die uitsluitend toestellen voeden,die vast zijn aangesloten,dat wil zeggen niet door middel van een wandcontactdoos,behoeven dus ook niet te zijn beveiligd door 30mA-aardlekschakelaars.
Volgens bepaling 8.510.201 moeten installaties zo zijn ingericht,en aangelegd dat een ongestoorde lichtvoorziening voldoende is gewaarborgd.Deze bepaling geld ook voor verlichtingen in woningen.Aan deze bepaling kan worden voldaan door de installatie zo aan te leggen,dat bij het uitschakelen van een 30mA-aardlekschakelaar niet de gehele lichtinstallatie wordt uitgeschakeld.
Bepaling 8.510.209 is alleen van toepassing op installaties waarin andere dan 30mA-aardlekschakelaars,bijvoorbeeld 100 of 300 mA-aardlekschakelaars zijn toegepast als bescherming voor automatische schakeling van de voeding vanwege de hoge aardverspreidingsweerstand.Voor 30mA-aardlekschakelaars is bepaling 8.531.2.102 van toepassing.In bepaling 8.531.2101 is ten aanzien van het niet mogen uitschakelen van de gehele installatie door 1 30mA-aardlekschakelaar een uitzondering voor kleine installaties van maximaal 2 eindgroepen gegevens.In een dergelijk situatie mag 1 30mA-aardlekschakelaar zijn toegepast.
1) Een woning met 1 of 2 eindgroepen: 1x 30mA-aardlekschakelaar
2) Een woning met 3 eindgroepen: 1 eindgroep voor een toestel aangesloten op een wandcontactdoos en 2 eindgroepen voor verlichting en contactdozen.; Twee x 30mA-aardlekschakelaars,de verlichting hierover verdelen;
b) 1 eindgroep voor een vast aangesloten toestel en 2 eindgroepen voor verlichting en contactdozen.
Twee 30mA-aardlekschakelaars,de verlichting over de aardlekschakelaars verdelen,het toestel behoeft niet achter een aardlekschakelaar te zijn aangebracht.
c) 1 eindgroep voor een vast aangesloten toestel,1 eindgroep voor verlichting en contactdozen en 1 eindgroep uitsluitend voor de verlichting van de verkeersruimten; 1x 30mA-aardlekschakelaar voor de eindgroep met verlichting en contactdozen,de 2 andere eindgroepen behoeven niet achter een aardlekschakelaar te zijn aangebracht;
d) 1 eindgroep voor een toestel aangesloten op een wandcontactdoos, 1 eindgroep voor verlichting en contactdozen en 1 eindgroep uitsluitend voor de verlichting van de verkeersruimten,1x 30mA-aardlekschakelaar voor de eindgroepen met verlichting en contactdozen,de andere eingroep voor de verlichting van de verkeersruimten behoeft niet achter een aardlekschakelaar te zijn aangebracht.
voltelektro